Natuurcentrum Katwijk is een nieuwe partner van NPHD. Caroline Koiter en Arjan van Egmond delen het voorzitterschap van dit burgerinitiatief. Een verbinding met NPHD vinden zij logisch: “We zitten in het hart van het gebied, een van de meest biodiverse plekken van Nederland.” Wat willen ze met het Natuurcentrum bereiken en hoe zien zij de verbinding met NPHD?
Pal aan de Katwijkse boulevard, bij de entree naar het winkelgebied en uitkijkend op duin en zee, ligt het onderkomen van Natuurcentrum Katwijk. Een toplocatie die veel bezoekers trekt (in 2021 ruim 4.500 mensen ondanks coronabeperkingen). Binnen vind je een uitgebreide tentoonstelling, op dit moment fossiele resten van uitgestorven dieren die tijdens de ijstijd in en om het huidige Katwijk leefden. Daarnaast wil het Natuurcentrum mensen vooral mee naar buiten nemen. Op excursie, om schelpen te tellen of om de biodiversiteit in kaart te brengen.
Strandjutten
Het Natuurcentrum Katwijk is in 2015 gestart als een burgerinitiatief waarbij nu zo’n 50 vrijwilligers actief zijn. “Wandelen met schapen, een speurtocht in het Panbos, excursies, lezingen, in de nacht van de nacht naar buiten, met een batdetector vleermuizen ontdekken, een bioblitz houden, met scholen slootje vissen, een creatieve workshop, natuurvondsten determineren met Naturalis…”. Gevraagd naar wat ze allemaal organiseren, wisselen Koiter en Van Egmond elkaar af met enthousiast opsommen van uiteenlopende activiteiten. “De determineermiddagen in Katwijk worden drukker bezocht dan in Naturalis zelf, horen we van de medewerkers die ons daarbij ondersteunen”, klinkt het niet zonder trots. “Katwijkers en strandjutten hè.”
Wat ze met al die activiteiten willen bereiken, vat Koiter zo samen: “We willen mensen in en rond Katwijk en Rijnsburg informeren en zich bewust maken van de unieke natuur om hen heen. Weet waar je woont. De duinen zijn een van de meest biodiverse plekken van Nederland.”
Magie en pareltje
Het Natuurcentrum werkt samen met diverse andere burgerinitiatieven en organisaties op het gebied van biodiversiteit, cultuur en duurzaamheid.
Het partnerschap met NPHD is niet meer dan logisch, vindt Koiter: “Wij bevinden ons hier in het hart van het park. Een park waarin steden, industrie en natuur zich in evenwicht met elkaar kunnen ontwikkelen, dat is interessant. Natuur is overal, het is belangrijk om een goede balans te vinden.”
Van Egmond: “Wij staan voor verbinding en we willen als platform bijdragen aan die boodschap. NPHD en het Natuurcentrum kunnen elkaar versterken als het om educatie en communicatie gaat. Educatie aan kinderen en op scholen is voor ons een speerpunt voor de toekomst. En we willen als partner van NPHD graag zichtbaar maken en uitdragen dat je in Katwijk en Rijnsburg in dit mooie maar kwetsbare natuurgebied woont.”
Binnen NPHD is voor Koiter het Panbos een favoriete plek: “Het heeft een beetje magie. Het is een bijzonder plekje en het is steeds anders. Ook de kinderen vinden het er leuk.” “De Coepelduynen zijn mijn pareltje,” zegt Van Egmond. “Ik vind dat het meest indrukwekkende gebied van Nederland. Ongekend ruig en dynamisch met enorme stuifkuilen, en dat geconcentreerd op zo’n klein stukje.”
Communicatie
Wat vinden zij de grootste uitdaging voor NPHD? Beiden noemen het behalen van de status van nationaal park. Dit jaar stelt de Tweede Kamer het nieuwe beleidsprogramma nationale parken vast en dat lijkt niet meer één op één te passen bij de uitgangspunten van NPHD. Koiter: “Vanaf het begin heb ik NPHD met interesse gevolgd. Eerst had ik het idee dat het alleen om het duingebied zou gaan, maar toen begreep ik tot mijn verrassing dat het park ook dorpen en steden zou omvatten. Dat is een uitdaging, zo’n groot gebied. Kleiner beginnen is wat makkelijker.” Van Egmond vindt de statusaanvraag een mooie ambitieuze stap maar vraagt zich tegelijk af: “Wat betekent eigenlijk die status van Nationaal Park? Is het gebied dan extra beschermd? Brengt dat restricties met zich mee? Mensen weten niet goed waarom het belangrijk is om nationaal park te zijn. De communicatie naar inwoners zou nog verbeterd kunnen worden. Er wordt veel met bestuurders gecommuniceerd maar eigenlijk zou je onderaf moeten beginnen, zodat het iets meer gaat leven.”
Ter plekke bedenkt hij: “Misschien kan een medewerker van NPHD een keer aan onze vrijwilligers meer over NPHD komen vertellen. Wij organiseren regelmatig ’s avonds of in het weekend een bijeenkomst. Dit zou een mooie invulling zijn en je bereikt meteen allemaal mensen uit de Katwijkse samenleving met een groot netwerk.” Het Natuurcentrum Katwijk ligt, in ieder geval voorlopig, op een uitstekende locatie om NPHD te promoten en aan die zichtbaarheid werkt het graag mee. Na afloop van het interview meten de beide voorzitters de beschikbare ruimte in het Natuurcentrum op. Mogelijk kan daar het reizende spelelement van NPHD een plekje krijgen.
Weet u ook een mooie plek waar we inwoners meer kunnen vertellen over Hollandse Duinen? Neem contact op met info@nationaalparkhollandseduinen.nl.