De kwaliteit van het Nederlandse water is objectief gemeten bar slecht en dat is ongezond voor mens en natuur. De wateren in NPHD zijn hierop geen uitzondering, stelt Dr. Sven Teurlincx, aquatisch ecoloog bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Hij is expert op het gebied van waterkwaliteit en doet er al jaren onderzoek naar, ook in NPHD. Onze vraag aan hem is: wat kunnen de partners in NPHD bijdragen aan schoner water? Zijn antwoord: “Doe meer samen en meer circulair.” Met elkaar kunnen we in dit waterrijke en dichtbevolkte gebied een voortrekkersrol pakken om de dreigende watercrisis aan te pakken.
Watermonsters
“Slechts 1% van het Nederlandse water is kwalitatief goed en dan nog is het vaak maar een zesje*. Dat stimuleert niet”, geeft Sven Teurlincx meteen toe. Hoe het op dit moment in het NPHD is gesteld, kan hij nu nog niet zeggen. Hij organiseert samen met Natuur en Milieu ‘Vang de watermonsters’, een landelijk burgeronderzoek waarvoor vrijwilligers en inwoners al vier jaar onderzoek doen naar de waterkwaliteit van kleine wateren. In het gebied van NPHD werken ook de hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland eraan mee. Het onderzoek is op 15 augustus jl. afgerond en de resultaten volgen later dit jaar (ook via de NPHD nieuwsbrief), maar hij vermoedt dat ze voor NPHD niet erg verschillen van de algemene trend.
Bewustwording
Voor ‘Vang de watermonsters’ nemen burgerwetenschappers watermonsters uit plassen, meren en slootjes. Aan de hand van de flora, fauna en voedingsstoffen die in het water zitten, kunnen ecologen zoals Teurlincx de waterkwaliteit bepalen. De vrijwilligers registreren bovendien wat ze van het onderzochte water vinden. Teurlincx vindt het belangrijk die beleving mee te nemen. “Het is heel interessant wat ze ervan vinden. Veel mensen geven een hoog rapportcijfer voor water met een laag kroos. Oh, dat is groen, dat is goed. Terwijl daaronder zuurstofloos water zit waarin planten en dieren niet kunnen leven. Dat moeten we dus juist niét willen. Er is dus nog veel te winnen in educatie en bewustwording.” Die bewustwording geldt ook voor de partners van NPHD. “Land- en waterbeheerders moeten zich ten eerste ervan bewust zijn: wat ik op mijn land doe, heeft impact op mijn water. En het is een gezamenlijke uitdaging om het op een goede manier op te lossen.”
Het moet anders
Wat is eigenlijk slechte waterkwaliteit en waarom is dat een probleem?
Troebel water, arm aan zuurstof maar rijk aan voedingsstoffen, met verontreiniging door pesticiden – het is niet goed voor mens en natuur. Het stoot broeikasgassen uit in de lucht, je kunt er maar beter niet in zwemmen, er groeien voor mens en dier giftige algen, het stinkt en de biodiversiteit is er ook niet veel soeps. Bovendien, zegt Teurlincx: “Al die slechte wateren kunnen die voedingsstoffen en broeikasgassen ook niet goed vasthouden. Dus dat spoelt in hoge mate door naar zee. En daar wil je het probleem zeker niet heen transporteren.”
De bronnen van de vervuiling zijn divers. Overstort vanuit het riool en bemesting van landbouwgronden maar ook van tuinen spelen een rol. In onze dichtbevolkte omgeving is dat niet raar, geeft Teurlincx toe. “Het is niet anders. Maar het moet wel anders.”
Voorbeeldfunctie
Dat slechts 1% van het Nederlandse water kwalitatief goed is, stimuleert niet, maar tegelijk biedt het NPHD een unieke kans, vindt Teurlincx. “NPHD is een nationaal park met veel water en naast natuur ook landbouw en stedelijk gebied. Het gebied is zo een mooie afspiegeling van het hele probleem. Resultaten zijn dan ook goed vertaalbaar naar andere gebieden. Bovendien hebben alle partners zich gecommitteerd aan de doelen van NPHD. NPHD kan zo een voorbeeldfunctie vervullen. Juist door met je partners te kijken wat je wel kunt doen, kun je laten zien hoe het ook kan.”
Wat kunnen NPHD partners doen?
Niet alleen voor NPHD maar voor heel Nederland moet er een integrale oplossing komen. Wat wel uniek is voor NPHD, zegt Teurlincx: “Hier kunnen de partners een stap maken omdat ze samen een doel zien. Als die bewustwording er is, kun je ook samen naar een oplossing.” Hij geeft een concreet voorbeeld. “Als de gemeente na een fikse bui riooloverstort heeft, zeggen ze: dat komt goed, want dat spoelen we door. Maar waar gaat dat water naar toe? Misschien wel naar een slootje van een agrariër. Die wil dat water ook niet hebben, want dan kunnen zijn koeien geen slootwater meer drinken, dus hij spoelt het ook door. Wie krijgt dan het probleem? Een natuurbeheerder voelt de bui al hangen en sluit het gebied af zodat het water erlangs stroomt. Maar dan komt het ofwel in het grondwater of uiteindelijk in de zee. En dan heb je voor langere duur een probleem.”
“Meer samen en meer circulair”
Hoe doorbreek je die vicieuze cirkel van het probleem doorschuiven? Teurlincx: “We moeten de uitstoot in de lucht zo laag mogelijk houden. Dat betekent zoveel mogelijk vasthouden op je land en daarna in je water. Daarmee minimaliseer je wat er naar zee gaat en wat er in de lucht komt.” Dat is een kringloop waarin NPHD met haar partners kan ingrijpen, op regionale schaal. “Je kunt de vervuiling bijvoorbeeld meer vasthouden in agrarisch gebied waardoor minder doorspoelt naar kwetsbare gebieden. Kijk of je die voedingsstoffen op je land kunt hergebruiken. Als je langs slootkanten minder vaak maait, houdt die begroeiing de verontreiniging vast waardoor het niet doorspoelt naar zee of natuur. Ja, dan kan er minder water door, en dat levert meer risico op voor de dijken in natte periodes, dus dat mag niet zomaar van het waterschap. Dat zijn keuzes in kwaliteit versus kwantiteit. Wat is er echt nodig? Waar hebben we meer baat bij? Kunnen we het zo inrichten dat het wel kan? Je moet op zoek naar kansen in plaats van grenzen, op zoek naar momenten dat je “ja” gaat zeggen omdat het meerwaarde oplevert. De kern is: meer samen en meer circulair.”
“Al doende leert men, het zal niet zonder vallen en opstaan gaan. Binnen NPHD kun je wat experimenteler te werk gaan. Kan het op deze manier en is het rendabel genoeg? Zo kun je een voorbeeldfunctie vervullen. Juist als je als partners samen gecommitteerd bent, dan zijn zowel het probleem als de oplossing van iedereen”, besluit Teurlincx. “Wat je wilt voorkomen is dat dit de volgende stikstofcrisis wordt. Laten we dan nu acteren.”
*Kaderrichtlijn Water Ex Ante evaluatie 2021