Samenwerken, met elkaar en met de natuur, dat stond centraal tijdens de bestuurdersbijeenkomst van Nationaal Park Hollandse Duinen op 6 december in het Provinciehuis in Den Haag. Noordwijk Marketing gaat daarvoor op zoek naar een gedeeld verhaal, en Dunea en Staatsbosbeheer werken toe naar een eenduidige uitstraling van de entrees van NPHD. Zij lieten de aanwezigen concreet zien hoe een andere blik voor veel helderheid kan zorgen. Een andere ‘mindset’ blijkt ook nodig om natuurinclusief werken de norm te maken. Hoe je ervoor zorgt dat dat lukt, dat bespraken de bestuurders met elkaar aan tafel.
Na een korte terugblik op een “spannend” (Wim Drossaert) en “interessant” (Georgette Leltz) jaar, blikten beiden vooruit. Directeur van NPHD Leltz liet weten dat er signalen zijn dat de adviescommissie positief is over de aangepaste statusaanvraag maar dat het aan de staatssecretaris van LVVN is om begin 2025 te besluiten over de aanvraag. Als voorzitter van de Stichting NPHD was Drossaert vastberaden: “Wat er ook gebeurt, we gaan verder. Dat hoor ik ook als ik partners spreek. Ik ben trots op dit gezelschap.” Bij de statusaanvraag hoort een nieuw samenwerkingsprogramma, met de focus op projecten waarin minimaal twee partners samenwerken en die daadwerkelijk worden uitgevoerd. Tijdens deze bijeenkomst kwamen al verschillende inspirerende voorbeelden langs.
Gedeeld verhaal
Tim Bottelberghe van Noordwijk Marketing lichtte toe hoe hun campagne ‘Noordwijk een verademing’ is ontstaan. “Om samen te werken met ondernemers in NPHD gaan wij op zoek naar een gedeeld verhaal. Zo delen Noordwijk en NPHD waarden als natuurbeleving en gezondheid. Noordwijk Marketing brengt expertise in storytelling mee.” De NPHD-route die fiets- en wandelproducten van diverse ondernemers aan elkaar verbindt, kon op instemmend geluid uit de zaal rekenen.
Nieuwe natuur in de Bonnenpolder
Letterlijk in de Hoek van Holland werken Gemeente Rotterdam en Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) samen aan natuurontwikkeling in de Bonnenpolder. Met de grote woningbehoefte in zo’n dichtbevolkte regio is nieuwe natuur aanleggen geen sinecure, vertelde Mechteld Oosterholt namens Rotterdam. Een belangrijke stap in het proces bleek de grondaankoop door Natuurbegraven Nederland. Robbert van Tilborg (ZHL) schetste het toekomstbeeld waarin duinbos grenst aan een natuurbegraafplaats, met daarnaast ruimte voor kruidenrijke akkernatuur, vochtig hooiland en moerasgebied.
Herkenbare entrees voor NPHD
“Hoe kun je zien dat je hier in NPHD bent?” Met die vraag begonnen Daphne van der Pol van Dunea en Monique Banus van Staatsbosbeheer hun verhaal. Het publiek zag een foto met een wirwar van informatieborden, verbodsbordjes, knooppuntenpaaltjes, en een prullenbak. En oh ja, daarachter slingerde zich een wandelpad door weids duinlandschap. Het maakte in beeld duidelijk voor welke opgave je komt te staan als je herkenbare nieuwe entrees voor NPHD wilt ontwikkelen. Van der Pol en Banus zoeken naar balans tussen de herkenbaarheid van terreinbeheerders en NPHD, en tussen informatie bieden en uitstraling. De interne discussie is nog gaande, maar waar het om draait, toonde de laatste dia. Een ‘voor en na’ beeld van Coepelduynen. Als alle ruis van bordjes is weggepoetst, resten de rust en de ruimte. Dan voel je pas echt dat je in de natuur van NPHD bent. De oproep voor cofinanciering van dit project bleek in de koffiepauze al doel te hebben getroffen bij een geïnteresseerde partij.
Natuurinclusief als mindset
Hoe maken we samen een natuurinclusief nationaal park mogelijk? Met die vraag trapten Marcel Belt, wethouder in Leidschendam-Voorburg en Wim Drossaert de discussie aan de diverse tafels af. Beiden zijn lid van het Natuurinclusief Nationaal Overleg. Lees daarover meer in dit interview.
De natuurinclusieve maatregelen zijn in Leidschendam-Voorburg lokaal vertaald in het Groenactieplan. Belt gaf onder meer deze adviezen: “Verbind geldstromen slim aan elkaar. Maak werk met werk, pak bijvoorbeeld bij het vernieuwen van riool ook het groen meteen aan. En geef trainingen aan groenbeheerders, zodat ze kiezen voor inheemse beplanting.”
Bij techneuten in de watersector ziet Drossaert ook dat ingeslepen gewoontes een rol spelen. “Ze kiezen vaak voor technologie als de snelste oplossing. Natuurinclusief werken kost in het begin wat meer tijd maar levert veel op. We moeten die twee werelden bij elkaar zien te brengen.”
Maatschappij vraagt om duurzaamheid
Aan de hand van drie thema’s en bijbehorende stellingen bespraken de aanwezigen aan de diverse tafels waar zij tegenaan lopen en waar zij de mogelijkheden zien.
Wat kunnen bedrijven zelf doen aan natuurinclusiviteit zonder dat ze de overheid nodig hebben? Die vraag leverde interessante reacties op. Wolf Mooij van Living Lab B7 merkte op dat ondernemers in de bollenteelt vooral vanuit de maatschappij de druk voelen om duurzamer te werken. Daardoor komen ze zelf in beweging, terwijl ze de overheid erin proberen mee te nemen. Een wethouder uit Oegstgeest was het daarmee eens: ondernemers kunnen overheden helpen, beide kanten moeten in beweging komen.
En dan doe je als gemeente aan ecologisch beheer, maar vinden inwoners de uitstraling van een stukje verdorde berm helemaal niet mooi. Hoe neem je ze daarin mee? Het advies van Belt was om voorbeelden te laten zien en een ecoloog te laten vertellen over de effecten op flora en fauna. Het vergt een andere manier van kijken voor iedereen, en dat kost tijd. Maar er zit beweging in, signaleerde Bottelberghe van Noordwijk Marketing. De vraag naar duurzaamheid vanuit de markt neemt toe. Het is een thema voor organisatoren bij hun keuze voor een locatie. En toeristen zoeken steeds meer naar natuurbeleving op campings en naar restaurants met regionale gerechten.
Ondernemers willen duurzaamheid graag verbinden aan hun branding, als een vorm van certificering. In haar slotwoord gaf Leltz aan na te denken over een NPHD-certificaat voor ondernemers en aan welke voorwaarden dat zou moeten voldoen.