Het Routebureau Veluwe werkt hard aan het ontwikkelen en aanleggen van verschillende routenetwerken in het uitgestrekte gebied; niet alleen wandel-, fiets- en mountainbikeroutes, maar ook routes voor ruiters en menners. Dat is niet simpelweg een kwestie van paaltjes slaan, vertelt de bevlogen programmamanager van het Routebureau Veluwe, Han van den Heuvel.
Het Routebureau Veluwe is een project van de netwerksamenwerking Veluwe op 1. In opdracht van 21 Veluwse gemeenten en 9 andere organisaties ging het routebureau in 2017 van start. Het doel: een Veluwebreed routenetwerk realiseren. Hoe begin je aan zo’n klus?
Van den Heuvel: “Er liggen al heel veel paden op de Veluwe. Wij gebruiken die bestaande infrastructuur voor het ontwikkelen van routes. Door de grote aantallen bezoekers wordt er veel van het gebied verlangd. We willen dan ook niet zoveel mogelijk mensen trekken, maar er juist voor zorgen dat het bezoek in balans is met de bescherming van de natuur. Niet de kwantiteit, maar de kwaliteit van de routes staat voorop. Onze opgave is dan ook bijgesteld, van het aanleggen van 15.000 kilometer route naar 7.000 kilometer.”
Daarbij zorgt het routebureau ervoor dat de kwetsbare plekken meer rust krijgen terwijl andere routes juist extra aandacht krijgen, de zogeheten recreatiezonering. “We richten ons op de mooiste routes”, zegt Van den Heuvel. “En je wilt mensen soms een bepaalde kant op sturen. Dat is net een andere strategie dan het idee dat de fietser of wandelaar het zelf mag uitzoeken. We maken routes met een hoge kwaliteit die verwondering oproepen.” Een van zijn favoriete routes doet dat ook: de Gele Keienroute. “Die loopt door een druk gebied, maar als je er wandelt ervaar je de rust.”
Een wiskundig systeem
Een van de eerste dingen die Van den Heuvel deed toen hij in 2018 aanhaakte, was ervoor zorgen dat er een eenduidige uitstraling ontstond. “Er was nog geen eenheid, dus we begonnen met het ontwikkelen van een volledige stijl. We willen de uniformiteit van het routenetwerk vervlechten met de identiteit van de verschillende organisaties in het gebied. Die stijl moet bovendien toekomstbestendig zijn, kwaliteit uitstralen, met middelen die geschikt zijn voor hergebruik en die flexibel zijn toe te passen.”
Bij het ontwikkelen van die routes komt veel kijken, legt Van den Heuvel uit. “Het gaat niet alleen om paaltjes en pijltjes. Je houdt rekening met locaties voor ontvangst en informatie, parkeerplaatsen, zonering van natuur. De rondes moeten kloppen en matchen met andere routes. Er zijn verschillende grondeigenaren. En hoe houd je het betaalbaar? Een routenetwerk is een wiskundig systeem. Het databeheer is een enorme klus. Mensen denken wel eens: je legt toch zo’n route aan, maar zo makkelijk is het niet. Die complexiteit maakt het juist zo mooi.”
Het eerste paaltje
Nu de inventarisaties en het ontwerp in de eindfase zijn, is het tijd voor het grote werk: de uitvoering. Om een route te kunnen aanleggen, zijn overeenkomsten voor gebruik nodig. De projectorganisatie die Van den Heuvel aantrof, was niet bevoegd om die overeenkomsten af te sluiten. Daarom gaat de organisatie binnenkort over in een stichting, zodat ze ook juridisch kan handelen. Tot die tijd heeft Van den Heuvel een werknemerscoöperatie opgericht. “Die coöperatie werkt als een soort verlengstuk van het routebureau, zodat we verder kunnen. Dat doen we samen met Visitveluwe en de gemeente Apeldoorn, voor alle 21 Veluwse gemeenten. Daarna gaan we over in de stichting.”
Welke tips heeft hij nog voor Nationaal Park Hollandse Duinen? Zonder aarzelen: “Begin bij de basis: denk van tevoren na over wat je wilt met je gebied. Een stijl neerleggen kun je snel doen, maar er zit van alles achter zo’n routesysteem. Zet het professioneel op, dan is het toekomstbestendig.” En, voegt hij eraan toe: “Het is belangrijk dat er vertrouwen is bij de andere organisaties in het gebied, dat ze dit gezamenlijk voor elkaar willen krijgen.”
Waar is Van den Heuvel het meest blij mee? Dat is zeker de goede samenwerking met alle organisaties binnen Veluwe op 1. Maar vooral: “Dat alles wat we bedacht hebben met alle middelen daarbij, nu samenkomt en zichtbaar wordt. Daar ben ik het meest trots op. En iedereen is blij, je ziet de eenheid ontstaan, het heeft effect op het hele team. Een collega die trots laat zien: “Kijk eens, hier staat het eerste paaltje!””