De herfst is altijd een bijzonder jaargetijde in Nationaal Park Hollandse Duinen. Maar dit jaar is meer dan uitzonderlijk.
Zeldzaam
Zo werd in september in het Grote Meer van Berkheide een snuitkever gevonden; de Rhinoncus albicinctus. Zo zeldzaam, slechts 11 keer in Nederland gevonden, dat men nog niet eens een Nederlandse naam voor het diertje heeft.
Begin oktober zwom de grootste in zee levende schildpad voorbij de pier van Scheveningen. De ruim 2 meter grote lederschildpad had eerst Zeeland aangedaan. Na de waterdieren was het de beurt aan vliegende dieren. De vogeltrek naar het zuiden kwam op gang en bracht veel bijzondere soorten: Bruine boszanger, Noordse boszanger, Pallas boszanger, Humes boszanger, blauwstaart, taigaboomkruiper en de kleine vliegenvanger. Vanuit Texel kwam eind oktober op hoge snelheid zelfs een vale gierzwaluw voorbij. De vogelaars in Hollandse Duinen konden het nauwelijks bijbenen.
Veel doortrekkers
Naast de bijzonderheden hadden ook gebruikelijke doortrekkers een verrassing in petto. Koperwieken kwamen massaal langs. Op één dag werden er meer dan 200.000 geteld. Ook buizerds kozen voor een massale trek naar het zuiden.
Eerste keer voor Nationaal Park Hollandse Duinen?
Grootste bijzonderheid was een waarneming (met foto) in Coepelduin door Staatsbosbeheer boswachter Casper Zuyderduyn. Zo bijzonder dat de waarneming alleen erkent wordt als hij getoetst is door de CDNA ofwel Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, een commissie uiterst kundige en strenge experts die beoordeelt of deze bijzonder soort werkelijk ons land voor de derde keer heeft aangedaan. We zijn in afwachting of we de eerste westelijke Orpheusgrasmus buiten Zeeland in Nationaal Park Hollandse Duinen mogen verwelkomen.